Je weet natuurlijk al een tijd dat je weggaat. Althans, het is een tijd lang nog niet zeker dat je weggaat, je hebt het nog niet officieel naar elkaar uitgesproken. Het JA-woord is nog niet gevallen. Je bent al aan het sparen, aan het dagdromen, bedenken en de website vordert intussen al aardig. Toch heb je besloten het pas op je werk aan te kondigen wanneer je het zeker weet.
Dan valt ineens het definitieve besluit. Alle ‘maren’ en ‘wat-alsen’ zijn uit de weg geruimd en je besluit samen om ervoor te gaan. Prima, dan hoef je het alleen nog maar even op je werk aan te kondigen. Even vertellen dat je ontslag neemt.
Even analyseren. Wat ga je precies zeggen? Kun je het beter recht voor z’n raap brengen of verpak je het in een grapje? Je hebt laatst nog lekker samen met je collega geklaagd over de stagnatie van dossiers en dus je bonus. Je kunt natuurlijk heel blij aankondigen dat haar bonus binnenkort enorm zal stijgen doordat ze het lekker druk gaat krijgen. Of is dit toch een beetje een misplaatste grap? En wanneer ga je het precies vertellen? Nee, maandag kan niet want dan ben ik de halve dag op pad. Geen zin om dan urenlang met buikpijn in de auto te zitten. Dinsdag dan? Mmm, een andere collega is jarig en je wilt dan ook niet alle aandacht van de jarige job naar jezelf toetrekken. Het besluit valt: woensdag is de dag van de aankondiging. Maar alleen als je collega in een goede bui is.
Woensdagochtend. Wanneer je het kantoor binnenloopt is direct duidelijk dat je collega niet in een beste bui is. Net een vervelend telefoontje met een nog vervelender advocaat achter de rug. Stress over te nemen besluiten. Tot overmaat van ramp gaat het niet goed met haar zus in het ziekenhuis. Nee, nu kan ik het echt niet maken. Morgen dan maar. Of toch, misschien straks? Je probeert haar te kalmeren en te helpen. Ben je dan sociaal of gewoon egoïstisch? Tegen koffietijd is ze wat relaxter en kan ze weer lachen. Toch roept ze na een zoveelste vervelend telefoontje: kan deze dag nog slechter worden? Je denkt: o ja hoor, dat kan.
Wanneer de koffie op is en de zenuwen door je buik gieren, staat ze op om weer aan het werk te gaan. Met een benepen stemmetje vraag je: heb je nog even? Even wat bespreken. En dan komt het hoge woord eruit. Niet dat je zo zenuwachtig was om het haar te vertellen. Je weet dat ze je het van harte gunt en nooit boos zou worden. Maar het moment van de aankondiging, is het moment dat je voor je gevoel niet meer terug kunt. Je hebt het nu gezegd. Binnen een half uur weten alle collega’s het. De baas weet het. Je kunt niet meer terug. Je gaat echt op wereldreis. |