border border border border
border
 september 2006 - september 2007    - 353 dagen op wereldreis! -   vrijdag 15 augustus 2014  
border border
Limestone Thailand Jessie en Joris
border border
 arrow 
   Home arrow Reisverhalen arrow Yangon
border border

Home
Nieuws
Wie zijn wij?
Voorbereidingen
Reisverslagen
Foto album
Contact
Links


Yangon
'Should I go, or shouldn't I go'. Het is 1 van de eerste vragen die je jezelf afvraagt als je van plan bent om naar Myanmar te gaan. Myanmar wordt namelijk bestuurd door een militair regime. Als toerist merk je daar persoonlijk niet zoveel van. De locale bevolking heeft hier echter erg onder te lijden. Zo wordt de locale bevolking soms gedwongen tot arbeid, worden mensen zomaar uit huizen gegooid en verhuisd en wordt de bevolking geplaagd met enorme belastingen. Maar het ergste is nog dat er geen vrijheid is en men moet leven met enorme restricties. Er is geen vrijheid van meningsuiting en je kan zomaar in de gevangenis belanden indien je commentaar hebt over de overheid. Vanwege buitenlandse druk en protesten zijn er in 1990 verkiezingen geweest. Ondanks de overwinning van de oppositie met 82% van de stemmen, heeft het militaire regime nooit de macht overgedragen. Sterker nog, de oppositie leidster Aung San Suu Kyi is daarna meerdere keren in de gevangenis gegooid en heeft nu nog steeds huisarrest. De meeste westerse landen hebben sindsdien een embargo op Myanmar. Veel mensen vinden het hierom geen goed idee om naar Myanmar te gaan. Wij zijn het hier echter niet mee eens. Eigenlijk iedereen die we hier over hebben gesproken ziet zelf graag toeristen komen. Een groot deel van ons geld komt namelijk direct bij hen terecht i.p.v de overheid. Zo zijn er nog vele redenen te noemen maar wat wij zelf de belangrijkste reden vinden is dat we hier een stukje kennis mee hebben opgedaan. Wij wisten zelf wel dat er 'iets' aan de hand was in Myanmar, maar wat dat precies was dat wisten we niet. Door het reizen ga je je toch meer verdiepen in het land zelf en vinden we het belangrijk om hier wat over te schrijven op onze website.

Maar goed...wij zijn dus gegaan.

Vanuit Bangkok zijn we gevlogen naar Yangon. Maar eerst was het tijd om in Bangkok te relaxen en heerlijk te shoppen (Jessie vond dat ze dat nog niet genoeg had gedaan). Helaas zat dat er niet in. Omdat Joris ziek was geweest in Laos kwamen we later aan in Bangkok dan de bedoeling was. Dus hebben we alleen tijd om onze visa voor Myanmar te regelen en geld te wisselen. In Myanmar zijn namelijk helemaal geen mogelijkheden om geld te pinnen of traveller cheques om te wisselen en accepteren ze alleen maar dollars.

1 maart zijn we om 4 uur 's nachts opgestaan om de shuttle bus naar het vliegveld te pakken. Heerlijk dat vroege opstaan, vooral als daarna blijkt dat het vliegtuig een uur vertraging heeft. In Yangon aangekomen blijkt dat dit land echt anders is dan andere Aziatische landen. Het is alsof we 40 jaar terug in de tijd werden geworpen met -vreemd genoeg- sommige moderne invloeden. Het straatbeeld ziet er totaal anders uit. Er rijden auto's van 40 jaar terug en de oude koloniale gebouwen van de engelse periode zien er verweerd uit. Door het embargo loopt alles erg achter.
Mannen lopen in rokken en veel vrouwen lopen geschminkt rond met thanaka. Een gelige substantie van een boom die ze gebruiken als make-up en die werkt als zonnebrand. Raar waren ook die bloedplekken overal op de straat. Die 'bloedplekken' bleken van de beetlenut te komen. Het is een drug waar een groot deel van de bevolking (meestal mannen) op kauwt. Het is een mengsel van tabak, beetlenut en kruiden ingevouwen in een blaadje van de beetlenut. Het is overigens heel goed voor je gebit; je tanden rotten er door weg en de overgebleven stompjes zien rood uit. Maar het meeste wat opvalt in het straatbeeld van Myanmar zijn de gouden stupa's en tempels die overal boven uitprijken.

De tandloze taxi-chaffeur heeft ons gebracht naar het White-house hotel. Voor een kamer zonder badkamer moesten we $12 betalen. Erg duur voor Aziatische begrippen omdat een groot deel naar de overheid gaat. Maar lees hier eigenlijk: de zakken van enkele lieden met een hoge functie in de overheid. Goedmakertje is dat het ontbijt inclusief is, wat niet verkeerd was met een buffet.

Schwedagon Paya

Dezelfde dag zijn we naar de Schwedagon Paya gegaan. In het midden van de stad een enorme gouden stupa, die dezelfde status heeft die een Eiffeltoren in Parijs heeft. Omdat we nog weinig van deze stupa afweten, hebben we een gids in dienst genomen. Ook hij is zoals de meeste pubers monnik geweest en kon ons veel vertellen over het boeddhisme en de Schwedagon Paya. We hadden geluk daar omdat het volle maan festival was begonnen. Dit is een jaarlijks festival dat een aantal dagen duurt met als hoogtepunt de nacht met volle maan. Die middag dat wij er waren werden alle offers gegeven van de locale bevolking aan de 'opper' monniken. Voor een boedhist is het namelijk belangrijk dat je in je volgende leven een beter leven (upgrade) krijgt. Offers of eten geven aan de monniken brengt geluk en levert natuurlijk punten op voor het volgende leven. Natuurlijk hebben wij ook wat punten gescoord door een boeddha te beplakken met bladgoud.

De volgende dag hebben we kaartjes gekocht voor de trein naar Thazi. Het gaat er daar iets anders aan toe dan bij de NS. Ik kan met niet voorstellen dat ik daar wordt geholpen door een kerel in een blote bast of hempje. Maar na een aantal keer heen en weer te zijn gelopen tussen de loketten hadden we een kaartje bemachtigd voor de volgende dag. Om toch maar in de stupa stemming te blijven zijn we die middag daarop naar de Sula Paya gegaan. Op zich niet zo bijzonder. Wat wel leuk was is dat we daar een aantal monniken tegen zijn gekomen de hun engels wilden oefenen. De lokale bevolking kan op die manier toch aan veel (buitenlandse) informatie komen. En natuurlijk -zoals iedereen in Myanmar- wilden ze ook van alles weten over Van Nistelrooy. Voetbal is namelijk een van de weinige dingen die niet gecensureerd wordt. Helaas voor hen, hebben wij weinig verstand van voetbal.

Ondanks het regime zijn de mensen dus in Myanmar zeer vriendelijk. Mensen hebben zo weinig en blijven toch gul. Zo wilden we in het internet café in Yangon iets te eten kopen. Helaas verkochten ze alleen maar koffie. Maar toch, even later kregen we wat koekjes en water. We wilden er wat geld voor geven maar dat was geen optie. In het zelfde internet café kreeg Joris ook ineens een mailtje van iemand die heeft meegekeken over zijn scherm en zijn email adres zag. De titel van het mailtje: 'I friend you'. Joris heeft nog steeds email contact met hem.
En ja sinds China hebben we het niet meer meegemaakt: we worden weer aangestaard.
 
Naar boven Naar boven Naar boven
border borderborder border
     
border
Gemaakt met Joomla!
border
border border
border border border border
border border border border