Hoewel de beambten bij zowel de cambodjaanse als laotiaanse grensposten (lees: houten hutjes) erg vriendelijk waren, bleken het toch ook goede oplichters. Hoezo $1 betalen om het land te verlaten c.q. binnen te komen? Maar goed, aangezien we van andere reizigers hadden gehoord dat je na 16.00 uur $10 moet betalen wegens 'overwerken', besloten we om voor die ene dollar maar niet te moeilijk te doen. Het stempeltje heb je toch nodig. Bovendien kregen we op de 'waaromvraag' toch alleen maar quasi-onschuldige grijnzen als antwoord. Na alle formaliteiten stond er een tuktuk klaar die ons, wonderbaarlijk genoeg voor een prima prijs, naar de plek bracht vanwaar je de 4000 Islands kan bereiken. Met de ferry, waarmee een houten kano wordt bedoeld, werden we naar Don Det gevaren. Eindelijk in relaxed Laos!
En relaxed was het... Wat een cultuurschok na Cambodja en vooral Siem Reap! Er stond ons werkelijk niemand op te wachten, niemand die ons iets wilde verkopen, niemand die ons zijn guesthouse in wilde lokken en zelfs niemand die enthousiast opkeek als we vroegen of er een bungalowtje vrij was... Heerlijk!
Don Det is een van de 4000 eilandjes in deze Mekongdelta. Geteld in het droge seizoen en waarschijnlijk met iedere flinke zandbank meegenomen, maar dat neemt niet weg dat het een prachtig gebied is. Vanuit de hangmat voor onze bungalow (voor $2!) hebben we dan ook de mooiste zonsondergang ooit gezien. Ons verblijf op Don Det bestond uit stukjes fietsen (hobbeldebobbel, dat wel), wandelen en dolfijnen spotten. Wel van het niveau " dat stipje op de foto is een dolfijn", maar toch: we hebben de zeldzame zoetwater Irrawaddy dolfijnen gezien!
Op 26 januari zijn we naar Pakse vertrokken; heerlijk 4 uur stofhappen in een tuktuk. Hoewel Pakse zelf weinig voorstelt, is de omgeving prachtig. We hebben dan ook 3 dagen een motor gehuurd en zijn er op uit gegaan. Op dag 1 richting Kiet Ngong, waar we een ritje op een olifant hebben gemaakt. Je wordt alle kanten opgeschud, maar het blijft leuk om op zo'n enorm beest te zitten. De weg er naar toe was overigens ook erg leuk. Je blijft zwaaien naar alle enthousiaste kinderen en vaak ook volwassenen! Dag 2 en 3 hebben we een rondje van een ruime 200 km gedaan, waarin we van de ene mooie waterval naar de andere nog mooiere reden.In Tad Lo hebben we vlak voor een enorme waterval geslapen: rustgevend kabaal!
Bij terugkomst in Pakse wachtte ons de sleeperbus naar de hoofdstad Vientiane; een bus met echte bedden! Erg ruim was het niet met z'n tweeen op een meter bed, maar het was erg leuk om mee te maken. De komende weken: noord Laos! |